|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Geluk is besmettelijkVolgens een onderzoek dat op 3 januari 2009 in het artsenvakblad BMJ verscheen wordt geluk overgedragen via sociale netwerken (BMJ 2009;338:23). Dat is mooi want al eerder werd aangetoond dat geluk samenhangt met een lagere sterfte voor zowel nieuwe ziekten als voor chronische ziekten waar mensen al langer last van hebben. Geluk is belangrijk voor onze gezondheid en gezond is meer dan alleen maar de afwezigheid van ellende. Geluk zorgt voor productie van hormonen die onze gezondheid bevorderen. Geluk versterkt de reacties van het lichaam tegen infecties. Geluk kalmeert de hartslag van mensen met hartproblemen. Als we geluk via onze sociale netwerken overdragen op elkaar, bestaat er dan een medicijn voor gelukkige gemeenschappen? Het onderzoek naar sociale netwerken is vreemd en nieuw voor artsen. Het komt uit de sociale wetenschappen. Het is wel erg praktisch. Als je bijvoorbeeld een campagne wilt ontwikkelen om mensen voor te lichten over gezondheidsproblemen, moet je weten wie de mensen in een gemeenschap zijn naar wie geluisterd wordt. Je kunt wel denken dat het de dokter is, maar zo werkt het niet. Het is beter om onderzoek naar sociale netwerken te doen. Dan doe je door aan mensen in een gemeenschap te vragen naar wie ze om advies zouden gaan als ze een probleem hebben. In het onderzoek werd gebruikt gemaakt van de gegevens van mensen die meededen in de beroemde Framingham hartonderzoeken. Die onderzoeken houden voortdurend bij wat er met een groep mensen gebeurt om zo in kaart te krijgen welke invloeden een rol spelen bij ontwikkeling van hartziekten. De deelnemers aan het onderzoek werden beoordeeld op hun gevoel voor welzijn en vastgesteld werd met welke mensen ze contact hebben: ouders, broers, zussen, vrienden, buren, collega�s. Over hen werd ook informatie over hun welzijn verzameld. Bij analyse bleek dat er clusters van gelukkige en ongelukkige mensen zijn. Hoe dichter bij hoe beter (en met dichter bij werd letterlijke afstand bedoeld). Een vriend die binnen anderhalve kilometer afstand van je woont en die gelukkig wordt vergroot de kans dat jij ook gelukkig wordt met 25%. Baanbrekend wordt het onderzoek genoemd (BMJ 2009;338:1), hoewel er ook heel wat gediscussieerd wordt over de manier waarop het gedaan is. Als het allemaal waar is, zouden we dan ons geld meer moeten stoppen in gemeenschapsprojecten waardoor mensen gelukkiger worden en minder in cholesterolverlagers? Een wijs mens zal natuurlijk altijd zeggen, dat je het een moet doen en het ander niet laten. Maar in werkelijkheid doen we meestal wat het goedkoopst en gemakkelijkst is en waarvan de effectiviteit het beste is aangetoond. Dan winnen de pillen. Ons advies: Slik je pillen en zorg dat je gelukkig wordt. Dat kan alleen als je je daarvoor niet afhankelijk maakt van anderen. Wacht niet tot ze jou gelukkig maken. Dan heeft je vriend die op anderhalve kilometer van je woont er misschien ook nog voordeel bij. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||